Archief voor de ‘Geschiedenis’ Categorie

Over een klokkenstoel en een kerkespraaksteen

zondag, januari 27th, 2008

 

Wapserveen ligt ten noorden van Uffelte. De twee dorpen zijn van elkaar gescheiden door bossen, heidevelden en een  weilandengebied. Het dorp Wapserveen is echter van een geheel andere structuur dan Uffelte. Uffelte is opgebouwd als een compact dorp aan een es. Wapserveen is een zeer langgerekt veendorp dat in hoofdzaak bestaat uit één weg van 7,7 kilometer. Deze weg is opgedeeld in drie delen, het Westeinde, Midden en het Oosteinde.

 

Aan de noordzijde van het Oosteinde is de Nederlandshervormde kerk van het dorp te vinden. Een zeer eenvoudig kerkje zonder toren.

 

 

Reeds in 1395 was Wapserveen een zelfstandige parochie. De kerk stond toen echter niet op deze plek, in de loop der eeuwen is de kerk vermoedelijk drie keer verplaatst. Dit kerkje is in 1803 in gebruik genomen. Voor de bouw is gebruik gemaakt van de zeer oude stenen van de afgebroken kerk, aangevuld met in die tijd nieuw materiaal.

 

Wat de kerk echt bijzonder maakt is de losstaande klokkenstoel. Gefundeerd op zwerfkeien is het nog de enige in zijn soort in Drenthe.

 

 

Klokkenstoelen komen voor in Scandinavië, langs de Oostzeekust en in de noordelijke provincies van Nederland, voornamelijk in Friesland. Zij zijn vaak ten gevolge van armoede ontstaan en worden ook wel ‘de klokkentorens der armen genoemd’. De  klokkenstoel in Wapserveen stamt uit 1776 en maakte de bouw van een kerktoren overbodig.

 

 

De oorspronkelijke klok was gegoten in 1776 door Claudius Fremy. Het opschrift luidde ‘Claudius Fremy me Fecit’ wat betekent ‘Claudius Fremy heeft mij gemaakt’. In 1943 is deze klok door de Duitsers geroofd. In de stoel hangt nu een klok die in 1948 werd aangebracht. Deze nieuwe klok heeft als opschrift aan de ene zijde ‘Ik ben in 1948 voor Wapserveen gegoten, toen kerkvoogden waren: R. Hessels, J. Kuiper en E. Kinds’ en aan de andere zijde ‘De vorige klok van 1776 werd 5-2-43 door de Duitsers voor oorlogsdoeleinden weggehaald’. Verder de namen van de klokkengieters: ‘Gebr. Van Bergen, Heiligerlee’.

 

 

Er is geen echt kerkhof. Toch liggen er achter de kerk drie grafstenen uit de negentiende eeuw. Eén is afgezet met een hekje. Wat de reden daarvan is, is Brimstone (nu nog) onbekend.

 

 

Aan de voorzijde van de kerk ligt een, zeker in Drenthe, niet erg opvallende steen. Toch heeft deze een historische betekenis. Het is een zogenaamde preke- of kerkespraaksteen. Na afloop van de kerkdienst beklom in vroeger tijden de koster, ook wel de veldwachter, deze steen en vertelde dan de gelovigen het laatste nieuws, kerkelijk, wereldlijk, maar ook roddelpraatjes. Kortom een voorloper van ons huidige internet.

Bronnen:

 In het album Uffelte en omgeving staan foto’s van de kerk, klokkenstoel en kerkespraaksteen in groot formaat

 

Twee vaarten

maandag, januari 14th, 2008

 

De Drentsche Hoofdvaart vormt de waterverbinding tussen Meppel en Assen. Tusen 1769 en 1780 is de waterweg gegraven met het doel de turf vanuit de venerijen af te voeren naar Meppel en tevens te zorgen voor een goede waterhuishouding. Voor de turfvaart en de beroepsvaart doet het kanaal tegenwoordig geen dienst meer. In de zomer wordt er door de recreatievaart nog steeds druk gebruik van gemaakt.

 

 

Een beeld van de Drentsche Hoofdvaart bij de Uffelter Sluis zo’n eeuw geleden in 1907.

Bij het graven van de vaart tussen Meppel en Dieverbrug kon gebruik gemaakt worden van de al aanwezige Smildervaart. Deze was vanaf 1750 aangelegd ter vervanging van het riviertje de Olde A. Dat riviertje, nu de Oude Vaart genoemd, stroomt nog steeds min of meer parallel aan de Drentsche Hoofdvaart.

 

 

Ter hoogte van Uffelte vormt het de natuurlijke begrenzing van het landgoed Rheebruggen . Het riviertje speelt een belangrijke rol bij de waterhuishouding van dit gebied.

 

 

Meer foto’s op groot formaat staan in het album 
Uffelte en omgeving

 

De dierenartspraktijk

maandag, december 17th, 2007

In dit fraaie pand aan de Brink in Dwingeloo is een dierenartspraktijk gevestigd.

Brimstone & Co zijn daar verschillende keren met honden naar toe geweest. En hebben er zelfs van twee, Laura en Ynez,  voorgoed afscheid moeten nemen. Nu komen ze er niet meer, niet omdat de dierenarts niet kundig zou zijn of geen van de honden ooit meer iets mankeert, maar omdat er helaas (nog) geen röntgenapparatuur aanwezig is en dat is erg onhandig.

 

 

Het huis is omstreeks 1680 gebouwd door schulte Jan Coerts Prins. In het huis zijn nog elementen uit die tijd aanwezig. In de wachtkamer kun je bijvoorbeeld een mooi laag deurtje bewonderen, dat weliswaar wat scheef staat, maar door stevige balken omlijst wordt.

De schulte was de burgermeester, notaris en officier van justitie in één, een belangrijk man. Tot 1812, toen het ambt werd afgeschaft, is er steeds een lid van de familie Prins als schulte werkzaam geweest. En pas in 1879 is het schultehuis uit handen van de erfgenamen van de familie verkocht.

 

 

In 1917 heeft een joodse manifacturenwinkel zich er gevestigd. Uit die tijd dateren de etalageruiten aan de rechterkant van de gevel.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het een groentewinkel en sinds een aantal jaren heeft de dierenarts haar intrek er genomen.

Maar toch is er iets van de tijd dat het pand het schultehuis was in ere gebleven. De bewoner van het huis moet elk jaar op 17 januari zestien pakjes (acht pond) roomboter aan het Dwingeler Sint-Anthoniusgilde betalen.

 

 

Tot slot de mooie zeventiende eeuwse gevel en het buurhuis weerspiegeld in de oude brandvijver ‘de Riete’.