Mijn administratieve werk bij een grote energieleverancier wissel ik zo nu en dan af met het geven van workshops voor collega’s uit alle geledingen van het bedrijf. Leuk om te doen, praten over energie geeft energie. De workshops vinden plaats op de plekken waar alles begint, energiecentrales.
Eén van de hoogtepunten van de dag is een excursie door de centrale. Met een echte werkhelm en veiligheidsbril op het hoofd gaan we op pad.
In de centrale zelf mag niet gefotografeerd worden. Dat ik wat foto’s van m’n groepje maakte werd oogluikend toegestaan. Daar heb ik geen misbruik van gemaakt om zo links en rechts meer te kieken, maar ik moest me wel inhouden. Indrukwekkend hoe zo’n centrale er van binnen uit ziet. Het principe van het opwekken van electriciteit is in feite eenvoudig, water verhitten tot je stoom krijgt en met die stoom het schoepenrad van een dynamo aandrijven, maar om dat op aanzienlijke schaal te doen vereist toch grootschalige uitgekiende techniek.
De brandstof om een flink fikkie te stoken. Hier steenkool, die voordat ze gebruikt wordt eerst wordt vermalen om er meer uit te halen. Naast deze milieuvervuilende steenkool wordt er in deze traditionele centrale steeds meer gebruik gemaakt van biomassa die als ze verstookt wordt CO-2 neutraal is.
Restproducten verlaten via enorme pijpen de centrale. Zonde eigenlijk, maar ook daarvoor ontstaan steeds meer toepassingen in bijvoorbeeld de tuinbouw of stadsverwarming.
De koeltoren, die ’s zomers in gebruik is. Het gebruikte water wordt eerst afgekoeld voordat het weer teruggeven wordt aan de rivier.
En hier verlaat het product de fabriek.
Om verder vervoerd te worden. Een product dat er voor zorgt dat onze maatschappij blijft tikken.