Archief voor februari, 2008

Flower Fairies

vrijdag, februari 29th, 2008

 

Borders overladen met bloemen. Kleuren die fijntjes op elkaar zijn afgestemd zoals rose, lila en paars, een andere border die vlamt met rood, geel en oranje of knalt met hard blauw en kanariegeel. Zo moet de Brimstone tuin er uit gaan zien. Er wordt daarvoor al een flink aantal vaste planten uit zaad opgekweekt. Maar die planten zullen zeker dit jaar de borders nog niet voldoende vullen, ze moeten de tijd hebben om uit te groeien.

 

Om deze zomer toch een goed gevulde tuin te krijgen, heeft Brimstone zaad van zo’n veertig soorten eenjarigen gekocht. Dat wordt allemaal in potjes binnen of buiten op de kweektafels voorgezaaid, maar daarvoor is het nu nog iets te vroeg. Op z’n minst nog een week of twee, drie wachten, voordat met dat leuke werk kan worden begonnen.

 

 

Het nodige voorwerk is al wel gedaan. Op internet zijn plaatjes en beschrijvingen over de opkweek en verzorging van de plantjes bij elkaar gezocht en die informatie is opgeslagen in een map. Handig bij het zaaien en straks in mei bij het uitplanten.

 

Het zijn allemaal maar kleine pakjes met een bescheiden hoeveelheid zaad. Veel van één soort is niet nodig, er komen dan te veel dezelfde plantjes in de tuin. Sommige tuiniers houden daarvan, omdat het een zekere rust geeft, maar Brimstone houdt juist van diversiteit.

 

 

Er is nog iemand die de map en de zakjes zaad reuze interessant vindt, Georgia.

 

Bij tuincentra en zaadbedrijven zijn zakjes met een flinke inhoud verkrijgbaar. De kleine hoeveelheden en het  vaak  wat meer bijzondere en minder gangbare zaad is te bestellen bij andere tuinhobbyisten. Zij verzamelen het zaad uit eigen tuin. Via hun website kun je dit voor een klein prijsje, vaak niet meer dan 50 cent per zakje, kopen of ruilen tegen ander zelf verzameld zaad.

 

 

Er wordt vaak erg veel werk van gemaakt met een fotootje of beschrijving op de zakjes. Georgia vindt het prachtig! Maar ook op de websites is veel informatie te vinden over allerlei zaaimethoden en de planten zelf. Een paar leuke sites:

 

 

In de Flower Fairies map zijn behalve de plantbeschrijvingen ook plattegrondjes en plantenlijsten van vorig jaar gestoken. Het heeft z’n dienst alweer bewezen. Even nakijken wat die kleintjes die nu de grond uitpiepen gaan worden.

 

De eenjarigenlijst voor de Brimstone tuin 2008 staat op de volgende pagina, klik daarvoor ‘read the rest of this entry’ hieronder.

 

(more…)

Na een korte winterstop, training hervat

donderdag, februari 28th, 2008

Tuinieren is een prima lichaamsbeweging, die vergeleken kan worden met sporten. Brimstone voelt na twee middagen border schoonmaken in ieder geval weer allerlei spieren, die tijdens de winterstop waren ingedut. Behalve dat rug-, been- en armspieren getraind worden, schijnt het calorieverbruik zo’n 100 per kwartier te zijn. Wellicht dat je in de sportschool in die tijd meer verbruikt, maar wat levert het verder nog op? Je fiets, roeit en rent in zo’n zweterig  zaaltje nergens naar toe en de gewichten worden om niet verplaatst. Dan tuinieren, heerlijk in de buitenlucht en je bereikt er wat mee, om het wat hoogdravend te verwoorden je bent scheppend bezig. Dit was de Brimstone tuin op 1 april 2007.

 

 

Eerlijk is eerlijk je komt in de letterlijk zin niet zo veel verder dan op een loopband, de actieradius blijft het eigen tuintje, maar het uitzicht is toch een stuk aangenamer, in ieder geval weinig zwetende medemensen te bekennen. Kun je op een sportschoolapparaat je denkvermogen een tijdje op nul zetten, bij tuinieren moet dat steeds in werking blijven. De fantasie moet worden gebruikt als je zo’n stukje grasland wilt veranderen in een tuin. En je moet nadenken over welke planten je wilt, hoe je ze gaat combineren. Je moet lezen en leren over grondsoorten, planten, bemesting. En dan na een hele zomer heerlijk ploeteren komt het langzame afscheid van je zomercreatie, de eerste nachtvorst eind oktober 2007.

 

 

Het aftrainen gaat beginnen, nog hier en daar wat onkruid wegtrekken, de voorjaarsbollen planten, maar daarmee heb je het wel gehad. Niet dat het tuinieren helemaal stil ligt. Er worden nieuwe plannen gesmeed, zaad besteld, alvast wat in potjes gezaaid. Maar de tuin komt in rust, stengels en blad blijven er over in een januarituin.

 

 

En dan ineens zijn er krokussen, narcissen piepen uit de grond. Tijd om de spieren los te gaan maken! En dat gebeurt door onkruid wieden, stengels knippen en mos verwijderen. In soms hele vreemde houdingen, want er mag niet op de prille plantjes worden getrapt. Oh, wat een heerlijke bezigheid, kan geen sport tegenop. Dit wordt het trainingszaaltje van Brimstone voor de komende acht maanden. Alhoewel ze totaal niet om calorieën maalt, zal ze er toch heel veel verbruiken.

 

 

Op de uitkijk

woensdag, februari 27th, 2008

 

Op het eind van de middag zo tegen zessen gaan Caitlin en Maud er voor zitten.

 

 

Het baasje kan nu elk moment thuiskomen. Op de rand van de bank heb je een goed uitzicht.

 

 

Soms duurt wachten wel lang, maar het wordt uiteindelijk beloond.

 

 

Vlug naar het stoeltje, want dan kan je hem vanuit de vensterbank goed zien.

 

Boter van boerderij naar fabriek

maandag, februari 25th, 2008

 

Op 20 januari 1908 werd de coöperatieve zuivelfabriek van Uffelte in gebruik genomen. De officiële naam luidde ‘Coöperatieve Landbouwvereniging voor boterbereiding en aanschaffing van veevoeder en kunstmeststoffen algemeen belang Uffelte’. Maar door de mensen in het dorp werd het gewoon ‘de febriek’ genoemd.

 

Dit was niet de eerste boterfabriek in Uffelte. Al in 1896 startte Klaas Snijder aan de Dorpsstraat de particuliere boter­fabriek ‘Zeldenrust’. Eerst als een handkrachtfabriekje maar na een half jaar maakte hij al gebruik van een stoommachine, net zoals de werkwijze van de latere coöperatieve fabriek. Rond 1902 stopte Snijder met zijn fabriekje. Waarschijnlijk is het tot 1908 overgenomen door de gebroeders Kingma uit Meppel.

 

Tot de komst van de fabriekjes was het ge­bruikelijk dat de volle melk op de boerderij werd gekarnd tot boter (in Drenthe vond er nagenoeg geen kaasbereiding plaats). Zoals hier op een romantische schoolplaat van Cornelis Jetses wordt uitgebeeld.

 

 

Op de plaat is een zeer schone omgeving te zien, de werkelijkheid is hoogstwaarschijnlijk anders geweest. De melk werd in zure toestand gekarnd en moest daartoe en­kele dagen blijven staan om spontaan zuur en dik te worden. Omdat dit proces bij een te lage temperatuur niet goed verliep werd de karnton ’s winters vaak in de koestal bij de koeien geplaatst, dit droeg bij aan een pikante geur van de boter.

 

Op de Jetsesplaat wordt met de hand gekarnd. Op wat grotere boerenbedrijven vond het karnen plaats door middel van een rad waar een hond in geplaatst werd. Op de hele grote bedrijven werd daarvoor een paard gebruikt.

 

Het vervaardigen van boter was het werk van de boerinnen. Zij gingen met de boter naar de zogenaamde ‘boterdragers’, boterhandelaren, waar zij de boter konden ruilen tegen kruidenierswaren. Met de opkomst van de fabriekjes, onder meer door de landbouwcrisis in de tweede helft van de negentiende eeuw en internationale economische ontwikkelingen, werd dit werk hen ontnomen. De Drentse boerinnen protesteerden heftig, zij konden niet geloven dat de fabrieksmannen hun werk beter zouden doen. Maar dit protest was tevergeefs.

 

Dit was slechts één van de moeilijkheden die bij de start van de fabriekjes overwonnen moest  worden. Een andere was de aanvoer van de melk en het terugbezorgen van de ontroomde melk, waar het jong vee en de varkens mee gevoed werden, naar de boerderijen. De boeren of hun knechten en meiden brachten in de begintijd de melk zelf met een kar naar de fabriek. Heel vaak was dat een hondenkar.

 

 

Maar het was natuurlijk efficiënter, zowel voor de boeren als de fabriek, om dit door één persoon, die de boerderijen langs ging, te laten uitvoeren. Zo is het beroep van melkrijder ontstaan. Soms maakte die nog gebruik van een hondenkar, maar toch steeds vaker van paard en wagen. Zoals hier te zien is voor de fabriek in Uffelte in 1920.

 

 

En ook die werd op den duur vervangen door gemotoriseerd vervoer. In 1925 was dit een zeer moderne melkrijder.

 

 

De veranderingen die de boterfabrieken brachten in het boerenbedrijf waren enorm. Doordat de melkrijder op vaste tijden langskwam ging men de koeien ook met een vaste regelmaat melken. Bovendien begon men meer koeien te houden, omdat men nu de melk kon afzetten. Ze werd niet alleen meer gebruikt om boter van te maken om tegen kruidenierswaren te ruilen, het varken mee te voeren en zelf te drinken, maar het werd een belangrijke bron van geldelijke inkomsten. Door de toegenomen veestapel vermeerderde ook de behoefte aan hooi en stro als wintervoeding en daarmee stegen de prijzen van groen- en bouwlanden. Bovendien steeg het gebruik van kunstmest om de oogst te vergroten. Kortom de boterfabrieken zijn de aanjagende factor geweest van de moderne veehouderij.

 

 

‘De febriek’ in Uffelte, gelegen tussen de Lindenlaan en de Rijksweg langs de Drentsche Hoofdvaart, is tot 1969 in gebruik geweest. Van het complex is eigenlijk nog alleen het voorste gedeelte oorspronkelijk. Veel is er veranderd of onder de slopershamer gesneuveld, zo ook de kenmerkende schoorsteen. In 1945 zag de fabriek er zo uit.

 

 

De Uffelter fabriek is, als zovele kleine coöperatieve zuivelfabrieken in de Drentse dorpen, opgegaan in het grote DOMO zuivelconcern. Begin jaren tachtig is de Drentse Domo gefuseerd met het Friese Frisco. Na nog een aantal fusies in de jaren negentig met onder andere CCFriesland en Coberco ontstond Friesland Dairy Foods. Nu fuseren ook Frieslands Foods en Campina, waardoor er uiteindelijk op de heel divers begonnen coöperatieve zuivelmarkt nog maar één grote speler overblijft, die 80% van de Nederlandse melk verwerkt. Maar die heeft wel het hoofdkantoor in Meppel, Drenthe.

 

 

Bronnen:

 

IJzig wit

zaterdag, februari 23rd, 2008

 

In het gedeelte van de tuin, dat de witte border moet gaan worden, is vandaag het eerste wit gaan bloeien. Het is de botanische Crocus Chrysanthus ‘Ard Schenk’.

De Crocus Chrysanthus komt in het wild in onder andere Griekenland voor. In tegenstelling tot de grootbloemig krokussen heeft de C. Chrysanthus kleinere knollen en produceert ook kleinere bloemen, maar die verschijnen wel in grotere aantallen. De bloeitijd valt in februari/maart.

 

 

De belangrijkste variëteiten van de Crocus Chrysanthus zijn:

‘Ard Schenk’: wit
‘Cream Beauty’: crème geel
‘Blue Bird’: zacht blauw aan de buitenkant, crème binnenkant
‘Blue Pearl’: fel blauw aan de buitenkant, wit aan de binnenkant
‘Dorothy’: licht geel, paarse vlammen
‘E.A. Bowles’: goud geel
‘Fuscotinctus’: brons, violet gestreept
‘Goldilocks’: diep geel, paarsbruin hart
‘Gypsy Girl’: donker geel, paars gestreept
‘Ladykiller’: blauwviolet met witte bladeren buiten, geel binnen
‘Prince Claus’: blauw met wit
‘Romance’: limoen geel binnenin, grijzig buitenkant
‘Saturnus’: goudgeel, bruinpaars gestreept met licht blauwe en donkere accenten
‘Snowbunting’: puur wit binnenin, paarsviolet aan de buitenkant, oranje basis

De variëteit ‘Ard Schenk’ is op 31 december 1974 geregistreerd.

 

Een nestje Prikneuzen

donderdag, februari 21st, 2008

 

Sommige zaailingen van vaste planten beginnen elkaar behoorlijk te verdringen. Daar moet nodig wat aan gedaan worden. 

 

In het achterste potje staat Geum chiloense "Lady Stratheden". In een beschrijving van deze plant staat dat als ze uit  zaad wordt opgekweekt dat het wel drie jaar duurt voordat zij haar volwassen vorm heeft en een rijke bloei geeft. Deze zijn half september 2007 gezaaid, dus ze doen vreselijk hun best. Als het goed blijft gaan zien deze plantjes er over een jaar of wat van mei tot augustus en als uitgebloeide bloemen regelmatig verwijderd worden tot in september zo uit.

 

 

Maar de Geum wordt niet als eerste verspeend, dat zijn de Prikneuzen, Lychnis coronaria oculata. De nieuwe potjes met potaarde staan klaar, daarin kunnen de meest stevige plantjes zich verder gaan ontwikkelen.

 

 

De bloemen van deze Prikneus zijn wit, met een lichtroze, gestreepte cirkel in het midden (het oog, vandaar ‘oculata’).

 

 

Als ze na het verspenen een beetje de sokken er in zetten bestaat er een grote kans dat ze van juni tot september in de tuin staan te bloeien. En niet alleen de bloemen zijn mooi, ook het grijs/groene blad geeft een mooi accent.

 

 

Nu krijgen ze nog even wat bescherming. Waarschijnlijk is dat niet eens nodig, want eenmaal in de tuin zaaien ze zichzelf uit en dan worden de zaailingen ook niet zo verwend. Maar voor het idee…….vooruit!

 

 

De Woerthe

dinsdag, februari 19th, 2008

 

De Woerthe is één van de oudste wegen van Uffelte. Vanaf deze weg heeft de es zich ontwikkeld. De bestaansgrond van het dorpje door de eeuwen heen.

 

Allereerst een kaartje om een indruk te krijgen hoe deze zandweg loopt. Op het kaartje geven de nummers de plek aan vanwaar de foto’s zijn genomen.

 

 

In de zevende en achtste eeuw vestigden zich in Drenthe boeren aan de bosranden van de zandplateau’s in de buurt van beekdalen. De boerderijen die niet ver van elkaar stonden beschikten over een aangrenzende huiskamp, ook wel huisakker of huiswoerd genoemd.

 

 

De Woerthe is de weg die grensde aan deze allereerste oude akkertjes. Vanuit westelijk richting ziet De Woerthe er 1200 jaar later zo uit. Het huis links is rond 1900 gebouwd. Tot voor zo’n 30/35 jaar geleden was de bakkerij Duiker er gevestigd. Sinds een jaar of drie is het Huize Brimstone & Co.

 

 

De woertakkers waren onregelmatig van vorm en betrekkelijk klein. Geleidelijk werd meer grond ontgonnen en werden de eerste essen gevormd. Langs het beekdal werd het vee geweid, rond de boerderijen in de goorns (of tuinen, vergelijk het engelse woord garden) werden kruiden en groenten geteeld. De essen werden gebruikt om graan zoals tarwe en rogge te verbouwen. 

 

 

Na enkele eeuwen zo rond het jaar 1000 ontwikkelden zich vanuit de woerten en eerste essen de marken. Een marke was een uitgekiend systeem van dorpstoebehoren om er voor te zorgen dat de essen optimaal benut konden worden en elk jaar zorgden voor oogst waardoor de inwoners van de kleine esdorpen konden voorzien in hun bestaan. Een marke bestond uit de groenlanden bij de beek, de esakkers, de rand bos erom heen en de woeste gronden daar achter.

 

 

Elke morgen werden de schapen van alle boeren bijeengedreven op de brink om van daaruit via een weg langs de es naar de woeste gronden, de heidevelden te gaan. ’s Avonds kwamen ze weer terug en gingen naar hun eigen potstal waarvan de bodem was bedekt met heideplaggen. Uiteindelijk ontstond in de stal een mengsel van plaggen en schapenpoep dat gebruikt werd om de essen te bemesten.
De bossen rond de es voorzagen het dorp van bouwmateriaal en brandstof.

 

 

De esakkers waren geen gemeenschappelijk bezit, maar behoorden vooral toe aan de zogenaamde eigenerfde boeren. Toch werd er nauw samengewerkt. De akkers waren slechts van elkaar gescheiden door omgeploegde stukjes grond en wat zwerfkeien. Daar tussendoor liepen steeds van plek wisselende zandpaden. Om het zaaien en de oogst in de juiste banen te leiden moesten goede afspraken worden gemaakt over wat er werd verbouwd.

 

Pas in 1952 heeft op de Uffelter es een ruilverkaveling plaatsgevonden, waardoor de percelen een meer  landbouwtechnisch efficiënte omvang kregen. Toen zijn er ook enkele verharde wegen noordwaarts naar de Weg achter de Es, zoals de Holtweg en de Postweg  aangelegd en enkele oost/west weggetjes.

De Uffelter es is één van de grootste escomplexen van Drenthe. Een uniek landschap dat samen met de omringde bossen en heidevelden een cultuur-historisch monument vormt waar heel zuinig mee moet worden omgegaan.

 

 

Dit historische log is vooral tot stand gekomen door de welwillende medewerking van Energy. Zij beveelt belangstellenden beleefd aan een kijkje te nemen in het album Uffelte en omgeving, waar veel meer foto’s staan van De Woerthe en het uitzicht op de Uffelter es.

 

 

Een genoegelijke oudedag

zondag, februari 17th, 2008

 

Laine is ruim 11,5 jaar en daarmee de oudste van de Brimstone Beagle Bende. En alhoewel ze over het algemeen nog zeer actief is, wil ze op zondagochtend wel even lekker van het zonnetje genieten. En wat is het dan fijn als Maud je hoofd knuffelt.

 

 

En even later Kilroy je ogen komt schoonmaken.

 

 

Maar als je het genoeg vindt, moet je dat gewoon kunnen zeggen. Kilroy begrijpt de boodschap direct.

 

 

En dan komt Roosje gezellig bij je zitten, even meiden onder elkaar.

 

 

En die is zo lief om voor je in de gaten te houden wat er boven je gebeurt.

 

 

Zo kom je de zondagochtend best door, dat is wat ze nou een genoegelijke oudedag noemen.

 

Meer foto’s van de honden op deze zondagochtend staan in het album Brimstone’s Hondenbende

 

 

Lammetjes in de mist

vrijdag, februari 15th, 2008

 

Tegenover Huize Brimstone & Co dartelen in de wei de lammetjes alweer rond. Gister geen vrolijk februarizonnetje, maar wat grauwe mist. Dat hoort er ook bij in deze tijd. Deze ooi wilde haar twee kinderen wel  showen.

 

 

De andere moeders met kroost stonden allemaal wat verderop in het mistige landschap.

 

 

De nachten zijn nog flink koud, dus ’s nachts gaan het hele spul op stal. Aan het eind van de middag komt de boer.

 

 

De allerjongsten haalt hij even op, die snappen nog niet wat er gaat gebeuren.

 

 

De anderen zijn het al gewend en lopen zelf voor de boer uit.

 

 

Nog even om je heen kijken en dan naar bed.

 

 

Cavko Spaniel Caitlin

donderdag, februari 14th, 2008

 

Caitlin is nu 8,5 maand. Ze is geen pup meer en mag zich nu wel een jonge hond noemen. Ze is nog niet ‘af’, zoals dat in kynologische termen zo mooi heet, maar toch kun je nu goed zien wat voor type hond ze is. Bij elke hond is dat interessant, maar bij haar nog een beetje meer, omdat ze een kruising is tussen twee rassen.

 

 

Links de Cavalier King Charles Spaniel en rechts het Kooikerhondje. Dit zijn overigens geen foto’s van de ouders van Caitlin, maar twee willekeurige rasfoto’s om een indruk te geven. De naam Cavko Spaniel is een verzinsel van Brimstone, maar dekt de lading aardig. Hier staat Caitlin in ongeveer dezelfde stand. Haar showy fotograferen lukt niet echt, want ze staat maar heel zelden stil.

 

 

Ze zal niet de hoogte van een Kooiker krijgen, die hebben een schofthoogte van zo’n 35 tot 40 centimeter. Cait haalt de 30 nog niet eens, wat dat betreft is ze meer Cavalier. Haar oren daarentegen zijn des Kooikers, maar missen de zogenoemde oorbellen (de lange zwarte plukjes aan het eind), alhoewel dat nog zou kunnen komen. Wat ze wel van haar Cavaliervoorgeslacht heeft is de zogenaamde Blenheim spot, de rode stip in het wit op haar achterhoofd. Voor een Cavalier met de kleur van Caitlin is dat zeer gewenst. Maar ze hebben het niet allemaal, maar onze Cait wel! Hier op de foto met Sleipnir.

 

 

En haar karakter? Caitlin is buiten een hele actieve hond en daarin lijkt ze dus echt op het hondje dat vroeger de kooiker in de eendenkooi hielp bij zijn werk. Grappig is dat ze uit zichzelf langs de hekken heen en weer loopt, alsof daar eenden achter zwemmen. In huis is het een schat van een hond, speels, maar ook rustig op z’n tijd. Voor vreemden kan ze wat terughoudend zijn, dat past bij een Kooiker. In de Beaglegroep kan ze prima haar draai vinden en laat ondanks haar geringe afmeting niet met zich sollen. Samen met B’Elanna staat ze paraat.

 

 

En waarom gekozen voor een Cavko? Niet om te observeren welke eigenschappen van de twee rassen naar voren komen, alhoewel dat wel erg leuk is. Brimstone wilde al heel lang een Cavalier King Charles Spaniel. Echter van de aanschaf daarvan heeft ze om een eigenlijk heel treurige reden afgezien. Het ras is door de smalle fokbasis en de daaruit onvermijdelijk voortvloeiende inteelt heel erg ongezond. Het merendeel van de honden lijdt aan of is genetisch drager van hartkwalen en/of ernstige neurologische problemen, nog afgezien van enkele andere ziekten die binnen het ras veelvuldig voorkomen.
Bij een kruising met een ander ras, waar niet dezelfde problemen voorkomen is de kans op een gezonde hond vele malen groter.

Natuurlijk is er nooit garantie op een 100% gezonde hond, leven en ziekten horen nu eenmaal bij elkaar. Maar de kans erop moet wel binnen normale proporties vallen en dat wordt bij de hedendaagse rashonden helaas steeds geringer.